© Frigga Asraaf 2017
In vele landen van Europa is een opleving waar te nemen van voorchristelijke tradities: naast de ons omringende landen onder andere ook in Finland, Letland, Estland, Litouwen, Oekraïne, Rusland, Griekenland, Italië en landen in de Balkan. Wereldwijd zoeken mensen naar hun (voorouderlijke) wortels. Een achterliggende reden hiervoor is een gevoel van gemis in de monotheïstische godsdiensten. Heidendom/paganisme vult deze leemte op voor een groeiende groep mensen.
De oorspronkelijk betekenis van heiden is letterlijk iemand die op de heide leeft. Het is vergelijkbaar met het latijnse paganus met als betekenis bewoner van het platteland. Beide begrippen werden tijdens de kerstening door christenen gebruikt om mensen mee aan te duiden die niet bekeerd waren tot het christendom en/of die niet in de ware God geloofden en zijn vanuit christelijk oogpunt synoniem voor ongelovige.
Tal van denkbeelden en gewoonten zijn, al dan niet (deels) gekerstend, door de eeuwen heen blijven voortleven in wat we aanduiden met volksgeloof en -gebruiken en opgenomen in het christendom. Denk bijvoorbeeld aan alle verhalen over wezens, die hier te lande nog steeds in sommige streken de ronde doen, zoals witte wieven, kabouters, aardmannetjes, weerwolven en dwaallichtjes. Gebruiken als paasvuren, paaseieren, de meiboom en geveltekens op huizen zijn overblijfselen uit heidense tijden. Alleen al de gedachte dat deze dingen eeuwen in zwang zijn gebleven, zet een mens toch aan het denken over de waarde ervan.
Heidendom/paganisme anno nu is tegelijkertijd een levensstijl, een levensbeschouwing, een mysterie-traditie en een religie, al naar gelang de keuze van de individuele heiden of paganist. Het keltische en het germaanse veld behoren tot de grootste bronnen waaruit word geput, maar ook de griekse, romeinse en egyptische velden spreken tot de verbeelding. Uit een smeltkroes vol overgeleverde kennis, archeologische vondsten, volksgebruiken en -verhalen wordt, sedert de opleving van heidendom en paganisme, dagelijks geput om nieuwe religieuze rituelen en toverpraktijken te bedenken
Het herleven van oude geloofsovertuigingen is met de volgende beeldspraak te omschrijven. Zaadjes van oeroude bomen hebben eeuwenlang in de grond liggen sluimeren tot ze de kans kregen te ontkiemen en uit te groeien. Heidendom is een boomgaard met een verscheidenheid aan boomsoorten die wortelen in paganistische grond, om een woordspeling te gebruiken.
De begrippen heidendom en paganisme hebben in wezen dezelfde betekenis. Aanhangers van bepaalde stromingen, en mensen die zichzelf beschouwen als heiden of paganist zonder zichzelf tot een stroming te rekenen gebruiken ze, soms zelfs door elkaar. Het zijn overkoepelende benamingen voor onder andere germaans heidendom, druïdisme, keltisch heidendom, hekserij, wicca en wicca-hekserij. Bij germaans heidenen is er een duidelijke voorkeur voor heiden en heidendom. Aanhangers van de overige stromingen spreken dikwijls liever van pagan(ist) en paganisme. Onder heidenen en paganisten bestaat soms de neiging te beweren dat het om oude religies gaat. Het is beter te spreken van nieuwe tradities, waarvan de meeste wel wortels hebben in het verleden.
Elk van de genoemde stromingen heeft zijn eigen karakteristieken. Sleutelwoorden voor overeenkomsten zijn het vieren van de jaarfeesten, geloof in krachten die ons omringen, geloof in geesten en goden, voorouderverering, toverij en ons mensen als onderdeel zien van het geheel, van de natuur. Een ander belangrijk punt is uitgaan van verantwoordelijkheid voor je doen en laten en leven naar eigen maatstaven. Dit maakt echter niet dat de stromingen gelijk zijn aan elkaar. Het tegendeel, want het wereldbeeld en/of de invulling kunnen per stroming en zelfs binnen een stroming sterk uiteenlopen.