Het zegenen van appelbomen tijdens de twaalfde joelnacht, wassailing, is een oude traditie in Engeland. Het woord wassail is verwant aan het oud noordse ves heil en het oud engelse wes þu hal met als betekenis ‘wees gezond’. Het kent twee varianten. Een groep mensen trekt van huis naar huis met een wasail-kom in de hand, terwijl ze traditionele liedjes zingen en goede wensen brengen.
Met name in gebieden met boomgaarden worden de bomen toegezongen om ze te zegenen. De zangers staan rond de grootste en beste appelboom van de boomgaard en offeren een stuk brood doordrenkt met drank aan de boomgeesten. Daarna gaan de zangers door naar de volgende boomgaard. Onderweg wordt lawaai gemaakt. Mensen schreeuwen, zingen en slaan op potten en pannen om boze geesten schrik aan te jagen, maar ook om de slapende boomgeesten te wekken.
Apple tree, apple tree we all come to wassail thee,
Bear this yar and next year to bloom and blow,
Hat fulls, cap fulls, three cornered sack fills…
De traditie sprak me aan en dit jaar hebben met we als onderdeel van het midwinterblot een offer gebracht aan een appelboom en de boom toegezongen met het door mij bedachte lied:
Appelboom, appelboom
Zegenzang zing ik voor jou
Tak en twijg, bot en bloei
Vruchten veel, een puike pluk
Heil en zegen, heil en zegen
voor elke boom!
Met de laatste regel wil ik alle bomen eren.