© Draak 2005
DE OUDE MEESTER VAN DE LUCHT
Wanneer ik aan de god Tyr denk komt altijd de vergelijking met een tweetal andere goden naar boven. De eerste daarvan is Wodan, een god met wie Tyr in mijn ogen enkele dingen gemeen heeft. Misschien meer dan op het eerste gezicht te zien is, maar die tegelijkertijd heel anders is.
De andere god is niet uit de germaanse, maar uit de keltische mythologie afkomstig. Dat is namelijk Nuada, de aanvoerder van de ierse Tuatha De Danann. De Tuatha De Danann, letterlijk vertaald ‘volk van de godin Danu’, is een stam van goden uit de ierse mythologie. Volgens de overlevering kwamen zij op een gegeven moment in de geschiedenis vanuit eilanden in het noorden Ierland binnen. Na enige oorlogen met de toen in Ierland wonende Firbolgs (waarschijnlijk goden van het land), en later met de Formori (een stam van vooral zeegoden, die veel overeenkomsten vertonen met de reuzen uit de germaanse mythologie), bewoonden zij Ierland totdat vanuit Spanje de voorvaderen der Kelten kwamen. Deze laatsten overwonnen de Tuatha De Danann en in de vervolgens gesloten overeenkomst kregen de nieuwelingen de heerschappij over het land, terwijl de Tuatha De Danann naar de onderwereld verbannen werden.
Het is ook een aantal van de gelijkenissen met deze goden die erop lijken te wijzen dat Tyr oorspronkelijk de belangrijkste god van het noordse pantheon was, de oorspronkelijke Alvader. Zo zijn er bijvoorbeeld aanwijzingen dat Tyrs wapen een speer was. Dit zou onder andere blijken uit de duidelijke speervorm van zijn rune Teiwaz. Daarnaast zijn door archeologen recentelijk vele schitterend versierde speren gevonden, waarvan men vermoed dat ze aan Tyr gewijd zijn. Bij de germanen bestond het gebruik voordat een gevecht aan zou vangen eerst een speer over de hoofden van de tegenstanders te gooien. Deze gewoonte lijkt veel meer te passen bij het concept van een eerlijke strijd, iets waarmee vooral Tyr geassocieerd wordt, dan bij de met behulp van list en bedrog gevoerde strijd die zo eigen is aan Wodan.
De speer kan ook als scepter gezien worden, als teken van leiderschap. Toen de macht verschoof van Tyr als voornaamste god naar Wodan nam deze laatste meteen ook een belangrijk attribuut over: de speer. Een typische gelijkenis is ook dat zowel Tyr als Wodan het tijdens Ragnarok opnemen tegen een wolfachtig wezen. Terwijl Wodan het tegen de wolf Fenrir af moet leggen, delft Tyr het onderspit tegen de hellehond Garm. Is dit nog iets dat van Tyr op Wodan overgegaan is? Het lot te sneuvelen door de kaken van een wolf?
Ook Tyrs naam lijkt er, veel meer dan Wodans naam, op te wijzen dat hij ooit de belangrijkste onder de goden was. Zo werd in het oudnoords tyr ook wel gebruikt om een god in het algemeen aan te duiden. Daarnaast houdt zijn oudere naam Tiwaz (of Ziu) etymologisch verband met die van de oudindische Dyaus, de griekse Zeus, de latijnse Jupiter, allen belangrijke luchtgoden. Ook is er duidelijk een etymologisch verband met de woorden voor god in het oudindisch deva, latijn dei, oudiers dia en het oudnoordse meervoud voor goden: tivar. 1
Tyrs bekendste wapenfeit is wel dat hij zijn rechterarm tussen de kaken van de wolf Fenrir hield toen de goden deze nakomeling van Loki en Angrboda wilden ketenen. De goden deden het voorkomen alsof ze bij wijze van spel de kracht van de wolf wilden testen door hem een steeds sterkere keten om te doen. Toen ze uiteindelijk de magische ketting Gleipnir, gemaakt uit de voetstappen van een kat, de baard van een vrouw, de wortels van een berg, de adem van een vis, het spuug van een vogel en de zenuwen van een beer, om hem heen wilden leggen, vertrouwde Fenrir de goden echter niet meer. Hij liet de goden beloven hem los te maken indien hem dit zelf niet zou lukken. Tyr durfde als enige der goden als bewijs van goed vertrouwen zijn rechter arm tussen de kaken van Fenrir te houden. Toen bleek dat de goden hun gedane belofte niet hielden beet Fenrir Tyrs arm af. Tyr offerde dus zijn arm voor het breken van de door de goden afgelegde eed. Je zou ook kunnen zeggen dat Tyr door zijn arm te offeren de structuur en wijsheid in de wereld, verkregen door een offer van Wodan, behoedde voor de door Fenrir gesymboliseerde vernietiging.
Nu was Tyr dus zijn arm kwijt, net als de ierse god Nuada eens was zijn arm was kwijtgeraakt. Volgens de oude mythe der Tuatha De Danann kon Nuada toen hij in de strijd zijn rechterarm verloor niet langer de hoofdman van deze stam der goden kon zijn. Pas toen er voor hem een nieuwe arm gemaakt was kon hij zijn oude positie weer innemen. Wanneer je hiermee een parallel trekt naar de germaanse mythologie zou het dus heel goed kunnen dat het verliezen van een arm door Tyr symbool staat voor het feit dat hij op een gegeven moment in de geschiedenis zijn positie aan het hoofd van de goden aan een ander af moest staan.
FAMILIEBANDEN
Over de (bloed-)banden tussen Tyr en de andere goden is niet veel duidelijk. Eigenlijk is dat best wel vreemd, gezien er bij de meeste andere goden in het geheel niet geheimzinnig gedaan wordt over hun relaties en afkomst. Je zou je kunnen afvragen of dit er misschien op wijst dat Tyr een heel andere afstamming heeft dan de Asen en Wanen.
De Proza Edda heeft het op een gegeven moment over ’Wodan’s zoon’ als een kenning voor Tyr. Dit hoeft er echter niet op te duiden dat Tyr ook daad-werkelijk een zoon van Wodan is. Is Wodan in zijn rol van Alvader niet symbolisch de vader van alles, dus ook van alle goden? In de Lied Edda 2, in het lied Hymiskviða welteverstaan, bezoekt Tyr samen met Thor het huis van de ouders van Tyr. Tyr wijst er in stanza 5 op dat zijn vader de reus Hymir is:
In het oosten woont
van de Eliwagar
aan Æs hemels einde
Hymir de wijze;
mijn kloeke vader
heeft een ketel,
een machtige kuip
een mijl wel diep.3
In de vertaling door Jan de Vries wordt ook een tweetal stroven in de mond van Tyr’s moeder gelegd (9 en 11). In stanza 11 wordt Tyr nog eens letterlijk aange-wezen als zoon van de reus Hymir:
Heil u, Hymir,
Verheug u van harte!
Hier in de zaal
is uw zoon gekomen,
die wij reeds lang
verwachten als gast.4
Dit zou er dus op duiden dat Tyr, net als overigens Wodan en Loki, direct van de reuzen af stamt. De benoeming van Tyr als zoon van Wodan zou dan ook gezien kunnen worden als een ander teken dat Wodan de rol van Tyr als hoofdgod over had genomen.
Over Tyrs vrouw is in de Edda’s of andere bronnen voor de rest helaas weinig terug te vinden. De enige verwijzing naar haar is een sneer door Loki in zijn schimprede:
Zwijg toch, Tyr!
Ik verwekte een zoon
bij je eigen vrouw,
geen enkele penning
heb je ooit gehad,
stakker, als zoen voor die smaad.5
Tacitus heeft het over een godheid genaamd Tuisco6, een naam die veel verwantschap vertoont met Ziu of Tiu, twee oudere germaanse benamingen voor Tyr. Het zou dus goed kunnen dat Tyr en Tuisco een en dezelfde godheid zijn. Tacitus zegt van Tuisco dat hij een uit de aarde voortgekomen god is. Dit kan er op wijzen dat Tyr een zoon is van de godin Nerthus, die Tacitus als moeder aarde genoemd wordt 7Volgens het verhaal had Tuisco ook een zoon, Mannaz, die op zijn beurt vader was van de stamvaders van de drie germaanse stamgroepen: Ingvio, Irmio en Istvio.
Al met al is er dus geenszins duidelijkheid over de familiebanden van Tyr. Waarschijnlijk zijn die, gelijktijdig met de degradatie van zijn rol binnen religie en traditie, steeds weer aangepast aan die rol.
DE RECHTVAARDIGE
Tenslotte is er nog één rol van Tyr waarop ik wat nader in zou willen gaan. Aspecten waarmee Tyr vooral ook geassocieerd wordt zijn recht en rechtvaar-digheid. In de overgeleverde verhalen uit de beide Edda’s is eigenlijk alleen het verhaal over het ketenen van de wolf Fenrir iets wat naar deze eigen-schappen van de god Tyr lijkt te verwijzen. Tyr was de enige die de prijs betaalde voor het breken van de belofte die de goden Fenrir voor zijn ketening deden. Zijn rechterhand was een rechtvaardige prijs daarvoor.
Tyr wordt ook gezien als de beschermheer van het ding, de germaanse volksvergadering, waar onder meer recht werd gesproken, en waar op min of meer democratische wijze beslissingen werden genomen die de hele stam of stammengroep aangingen. Zou dit kunnen verwijzen naar de rol die Tyr in neemt (of innam) tijdens het ding dat de goden dagelijks houden aan de voet van Yggdrasil, als de archetypische voorzitter: hij die het ding in goede banen leidt?
Zijn rol als god van het ding maakt Tyr naast zijn rol als oorlogsgod ook vooral een god van vrede, en het bewaren daarvan. Ook in de hedendaagse maat-schappij zie je dat mensen vaak meteen al naar de wapenen willen grijpen om vrede te herstellen. Vrede door geweld, een vrede die in mijn ogen nooit een duurzame vrede kan zijn. Tyr zou ons als geen ander kunnen leren dat het ook wel eens goed kan zijn om eerst te gaan praten.
1. Rudolf Simek, Dictionary of Northern mythology, blz 337
2. Alle citaten uit de Lied Edda die in dit artikel gebruikt worden, komen uit de vertaling van Jan de Vries
3. Hymiskviða 5, Lied Edda
4. Hymiskviða 11, Lied Edda
5. Lokasenna 11, Lied Edda
6. Tacitus, Germania 2-3
7. Tacitus, Germania 39 – 41
Bronnen:
Dictionary of Northern mythology – Rudolf Simek
D.S. Brewer, Suffolk 1993
Edda: Goden en heldenliederen uit de Germaanse oudheid – vertaling van Jan de Vries
Ankh Hermes, Deventer 1994, tiende druk
The Prose Edda of Snorri Sturluson – vertaling van Arthur Gilchrist Brodeur
The American Scandinavian Foundation, New York 1916
Oudnoorse Mythen – Raymond Ian Page
Tirion, Baarn 1992
An introduction to Viking Mythology – John Grant
Quintet Publishing Limited, Londen 1990
Northern Myths and Magick – Freya Aswynn
Llewellyn, St. Paul 2002, vierde druk
Internet bronnen:
Coming to Terms with Tyr – Diana Paxson
http://www.vinland.org/heathen/mt/tyr.html, 1993