Bruggen bouwen

Frigga Asraaf 2024

Helende rituelen voor een lhbtqia+ voorouderlijk deelveld

Een van mijn motto’s is: praat met mensen in plaats van over mensen! Het gevoel dat ik met deze pennenvrucht over mensen aan het praten ben, kan ik niet helemaal van me afschudden. Tegelijk weet ik dat het niet klopt wat ik denk, want zowel lhbtqia+ voorouderlijke geesten als lhbtqia+ mensen hebben bondgenoten nodig. Mensen en andere voorouderlijke geesten die hen steunen en ook opkomen voor hun rechten en veiligheid. Voor de lhbtqia+ voorouderlijke geesten kan ik middels dit schrijven een stem zijn en ze door mij heen laten spreken mochten ze dit willen. We hebben toegezegd hen te betrekken bij wat we doen, dus heb ik het artikel voorgelezen aan lhbtqia+voorouderlijke geesten die via Nancy konden meeluisteren.

Nancy: Mijn ervaring toen Frigga voorlas, was het gevoel dat iemand naast me zat, in me was, om mee te luisteren en te kijken. Die bij sommige dingen in het artikel dacht: ‘Nou, dat boeit me echt totaal niet.” Ze hadden geen behoefte om iets in te brengen.

Wat volgt zijn persoonlijke inzichten en ervaringen met voorouders in het algemeen, het collectieve voorouderlijke veld, lhbtqia+ voorouders en het lhbtqia+-deelveld, helende rituelen en opstellingwerk. Het soort rituelen waar het hier over gaat, zijn rituelen ten dienste van de gemeenschap, waarvan het collectieve voorouderveld deel uitmaakt. Met gemeenschap doel ik hier op de gemeenschap aarde met alle levensvormen. Mensen, dieren, planten, schimmels en bacteriën zijn allemaal levensvormen. Sommige nauwelijks waarneembaar, maar onmisbaar en al het leven op aarde verbindend. Samen vormen we het web van leven. Voor mijn horen de onstoffelijke werelden die ons omringen er ook bij.

Bruggen bouwen tussen mensen is verbinding zoeken. Het is dialoog aangaan en luisteren naar elkaar. Het woord dialoog is een samenstelling van de griekse woorden logos ‘woord, taal, rede’ en dia ‘door’. Om elkaar op een diepere laag te kunnen ontmoeten, is het zaak rede en gevoel hand in hand te laten gaan. Dialoog vraagt om zorgvuldig en met gevoel je woorden kiezen, het tijdelijk opschorten van eigen (voor)oordelen en/of meningen. Het vraagt minder aan het woord zijn en meer luisteren, aandachtig luisteren en nadenken over wat gezegd word.



lhbtqia+ vredeskoord

Rituelen kunnen een vorm van dialoog zijn en naast bruggen bouwen tussen mensen onderling ook de band met voorouders opbouwen en/of versterken. Opstellingenwerk, waarover later meer, is in mijn ogen een vorm van rituele dialoog. Naar mijn mening hoort luisteren tot de kern van deze werkwijze. Luisteren naar de opstelling, luisteren naar wat gezegd wordt, luisteren naar je intuïtie, luisteren naar je gevoel. Dat geldt niet alleen voor de facilitator maar voor alle deelnemers. Voor mij zijn de opstelling-rituelen die we uitvoeren samen met lhbtqia+ voorouders zeker ook dialoog. Als mensen geven we hen een kans zich uit te spreken als ze dat willen en wij luisteren en er is overleg.

Animisme
Een wezenlijk deel van mijn levensfilosofie is animisme. In het kort is dit de opvatting dat de wereld om ons heen bezield is en het leven een web van onderlinge verbondenheid is (de gemeenschap aarde). Het woord animisme is terug te voeren op het latijnse anima dat ‘ziel’, ‘geest’, ‘leven’, ‘adem’, ‘levensprincipe’ betekent. Mensen, dieren, planten, bomen, stenen, landschappen of delen daarvan, zoals een rivier of berg, natuurverschijnselen en krachten, en de aarde zelf hebben een bewustzijn en kunnen met elkaar communiceren. Het is meer dan een opvatting, het is hoe ik het ervaar. Net als het bestaan van andere werelden.

De wisselwerking tussen mensen en de andere werelden blijft verwonderlijk. In een gesprek over mogelijke onderwerpen die aandacht verdienen met een Vlam voor Vrede ritueel speelden ineens gedachten over een lhbtqia+ voorouderlijke deelveld door mijn hoofd. Achteraf gezien niet vreemd, omdat ik met een transmens aan het praten was. Er werd duidelijk een beroep op ons werd gedaan en we besloten er gehoor aan te geven. We zijn met elkaar en voorouderlijke geesten hierover in gesprek gegaan en dat heeft geleid tot rituelen die we ‘Bruggen bouwen’ zijn gaan noemen.

Seidr
Het jarenlange beoefenen van seidr heeft bij mij tot eigen ziens- en werkwijzen geleid. Opstellingwerk is daar voor mij onderdeel van geworden. Zienswijze blijven deels in ontwikkeling. Werkwijzen blijven in de basis hetzelfde. Dat betekent echter geen stilstand, want elk ritueel dat wordt uitgevoerd kan een mensen verrijken met inzichten en verdieping brengen om dit werk nog beter te kunnen doen.

Er zijn een tweetal mensen met wie ik al heel lang samenwerk: Nancy Tinkhof en Michiel de Nijs. Samen hebben we vele rituelen uitgevoerd en daarmee ervaring, kennis en inzicht opgedaan. Het is vertrouwd en uitdagend om met hen samen te werken en van gedachten te wisselen over de rituelen en wat deze brengen.

Seidr beoefenen is een doorgaande ontdekkingsreis. In de laatste dertig jaar hebben mensen in binnen- en buitenland mijn pad gekruist van wie ik les heb gekregen en/of aan wie ik mijn kennis en kunde doorgeef. Onder andere middels het uitvoeren van rituelen en het geven van workshops meestal samen met Nancy Tinkhof en Michiel de Nijs. Er bestaan heel uiteenlopende meningen over seidr, toverij, voorouders, goden enzovoorts. Nancy, Michiel en ik zitten over het algemeen op een lijn, maar dat wil niet zeggen dat we het altijd en over alles met elkaar eens zijn. Dat houdt ons wat mij betreft juist scherp. Samenwerking met mensen die een andere benadering hebben kan heel goed. Verschillende manieren van aanpak bestaan immers naast elkaar en kunnen samengaan. Het kan juist inspirerend zijn en daardoor kunnen mijn beschouwingen en werkwijze zich verdiepen en/of verbreden.

In mijn omgangsvormen met de andere werelden en goden, geesten en krachten is de menselijke maat mijn uitgangspunt en verwacht ik ook van hen beleefdheid, voorkomendheid, grenzen respecteren, veiligheid bieden en wat dies meer zij. Tegelijk ben ik er diep van doordrongen dat het leven in de andere werelden anders is en veel ervan gaat ver voorbij ons menselijk bevattingsvermogen. Bijvoorbeeld het collectieve voorouderlijke veld, waarover later meer, dat tot op zekere hoogte een weerspiegeling van het menselijk bestaan is. Echter bevindt het zich in de andere werelden en voorouders die daar vertoeven zijn geen mensen meer maar geesten.

De uitwisseling met het lhbtqia+ voorouderlijke deelveld gaf vanaf de eerste kennismaking ermee veel stof tot nadenken. Over hoe dit deelveld is, of onze ziens- en werkwijzen daarbij bij aansluiten en over onszelf . Met zaken als seidr, toverij en heling is het zo belangrijk altijd opmerkzaam te zijn en de valkuil van vanzelfsprekendheid te vermijden. Het is en blijft goed opletten en met aandacht en een open geest luisteren en waarnemen.

Zielenleer
Om in te kunnen gaan op wat voorouders zijn, moeten we het eerst heel in het kort hebben over wat een mens is. Hoewel we uit meer onderdelen bestaan, noem ik hier lichaam, ziel en geest.

Op het strand vonden ze krachteloos en slap
Ask en Embla: onbepaald was hun lot.
Ze hadden geen adem, ze hadden geen geest,
kleur nog stem, ook geen gelaatstrekken,
Odin gaf ze adem, Hœnir een geest,
Lodur gaf ze kleur en hun gelaatstrekken.

Voorgaande regels uit het Eddagedicht Völuspá (Völuspá 17 en 18, vertaling Marcel Otten) beschrijven hoe de drie goden Odin, Hœnir en Lodur twee aangespoelde stukken wrakhout (boomstammen) tot leven wekten. De regels lezende valt me op dat het woord ziel er niet in voor komt, geest wel. Beide woorden worden als synoniem gezien, maar voor mij is er wel degelijk een verschil. Het ligt er wel aan vanuit welk invalshoek je het bekijkt. Schrijver en leraar sjamanisme en systemische opstellingen Daan van Kampenhout stelt in zijn boek Beelden van de ziel dat ziel en geest verwijzen naar eenzelfde type van bewustzijn: ‘De geest is een ziel, en de ziel is een geest. Als het bewustzijn in een fysiek lichaam is verankerd noem ik het een ziel. Als het onafhankelijk van een fysiek lichaam bestaat een geest.’(2021) De geest als onderdeel van lichaam, ziel en geest wordt wel omschreven als het bewustzijn van onstoffelijke krachten, goden, geesten en dergelijke samen met intuïtie en geweten. In zijn boek In de geest van het sjamanisme stelt Van Kampenhout: ‘Die ziel bestaat buiten tijd en ruimte en is in essentie onveranderbaar en gezond.’ Met het eerste ben ik het roerend eens. Het tweede is in tegenstelling met hoe ik het ervaar. De ziel is een onstoffelijk deel van de mens dat blijft bestaan na de dood en kan wel degelijk butsen oplopen. Volgens Plato is de ziel het levensbeginsel van de mens.


Voorouders
Wie de voorouders zijn, de voorouderlijke geesten, is een simpele vraag en gemakkelijke te beantwoorden. Voor hun overlijden waren het mensen die leefden op dit ondermaanse. Een uitspraak van iemand over de voorouders is me bijgebleven. Wijzend naar mijn pc zei hij: “Zelfs als de machine wordt uitgeschakeld, zijn de gegevens er nog steeds. Dat is hoe ik over voorouders denk.”

Op vragen hoe het voorbestaan na de dood is voor voorouderlijke geesten en waar ze verblijven is minder eenvoudig een antwoord te geven. Daar lopen overtuigingen over uiteen. Graag deel ik mijn inzichten hierover met de lezer. Laten ons eerst in herinnering roepen waar de doden volgens de mythologie, overleveringen en hedendaags denken heen kunnen gaan. Voor germaans heidenen is Helheim het rijk der doden. Balder en Nanna verblijven sinds hun dood in hal van de heerseres over dit dodenrijk, de godin Hel. Andere bekende voorbeelden zijn twee hallen in Asgard. Te weten Walhalla behorend tot Gladsheim het onderkomen van Wodan/Odin en Folkvang is de hal van de godin Freya. Lichtalfheim wordt zowel een wereld van de licht-elven als van de voorouders genoemd.

Uit het verleden is de denkwijze bekend dat voorouders in grafheuvels voortleefden. Wij spreken als heidenen wel van de hallen van de voorouders, zonder daarbij te zeggen waar deze zich precies bevinden. Er is de gedachtegang dat mensen zich na hun dood voegen bij de godheid waar ze zich bij leven aan verbonden hebben. Ongetwijfeld zijn er nog meer mogelijkheden waar mensen na hun overlijden heen kunnen gaan.

Aangezien we als mens verwant zijn aan al het leven waarmee we Moeder Aarde delen rijst de laatste tijd weleens de vraag in mij op of er een voorouderlijk veld is groter dan het collectieve voorouderveld van overleden mensen. Immers dieren, planten en bomen sterven ook en waar blijven hun zielen, hun blauwdrukken? Het valt buiten het bestek van dit schrijven hier dieper op in te gaan, maar het is zeker de moeite waard daar onderzoek naar te doen. Hier richt ik me dus alleen op voorouderlijke geesten van mensen.

Sterft een mens, dan blijft het vleselijk omhulsel achter en verlaat de ziel ervan de aarde. Waar deze heen gaat is voor mij geen vaststaand feit. Me dunkt dat daar meerdere mogelijkheden voor kunnen zijn. Lang heb ik me afgevraagd of het de ziel is die zich bij de voorouders voegt of dat het iets anders is. Mij lijkt het namelijk onwaarschijnlijk dat de zielen van alle mensen die ooit de aarde bevolkt hebben in het collectieve voorouderlijk veld zijn verzameld. Bij mij is het denken ontstaan dat er een blauwdruk van een mens in dit veld achterblijft. Die blauwdruk bevat alle levenservaring, alle opgedane kennis, de herinneringen samen met het uiterlijk en de persoonlijkheid. Volgens Daan van Kampenhout behouden voorouders die nog niet zo lang dood zijn dikwijls grotendeels hun persoonlijkheid. De aandacht van hen kan nog gericht zijn op de levenden. Persoonlijkheid verdwijnt volgens hem naarmate voorouders langer dood zijn en de aandacht zich meer richt naar waar ze verblijven, naar de doden onder elkaar.

Een laatste groet aan een overledenen is dikwijls rust zacht of rust in vrede. Het is mijn ervaring dat veel mensen die overlijden in een sluimertoestand geraken en gaan slapen. Er zijn mensen die bij leven besluiten om na de dood wakker te blijven of die na het sterven wakker blijven al dan niet bewust. Sommige dolen onbewust rond of zijn alleen of met een groep bevroren in de tijd. Dit zijn een paar voorbeelden van wat kan gebeuren na het overlijden.

De redenen bewust wakker te blijven verschillen. Voor familie blijven zorgen kan een drijfveer zijn en bijvoorbeeld om (tijdelijk) hoeder te zijn voor het voorouderlijke veld of een deelveld ervan. Blijft bij voorouderlijke geesten die wakker blijven wel de ziel aanwezig? Ik betwijfel of we dit bij leven ooit met zekerheid zullen weten, maar het blijft boeiende stof tot nadenken en gesprek.

Is er behoefte aan contact met voorouders dan kan dat bijvoorbeeld door ze in Midgard uit te nodigen tijdens een ritueel of met hen te spreken middels een gebed. Het is mogelijk naar hen toe te gaan in de andere werelden, zoals naar de eerder genoemde plekken als Licht Alfheim of grafheuvels. Lang geleden hebben heb we met voorouders een plek afgesproken in de onderwereld om hen te kunnen ontmoeten. Een plek buiten Hel, omdat die wereld betreden gemakkelijke is, maar vertrekken lastig kan zijn. Meestal raad ik het af om Hel met een transreis te bezoeken zeker als je alleen bent, tenzij je heel goed weet wat je doet. Het gevoel welkom te zijn en los van alle aardse beslommeringen, kan het heel verleidelijk maken om er te willen blijven. Met als gevolg dat het moeite, soms zelfs grote moeite kost, Hel weer te verlaten.

In sommige rituelen stel ik me de voorouders voor als een rechte lijn van het heden naar de bron. Het werkt goed op die manier is mijn ervaring. In wezen is het natuurlijk geen rechte lijn, maar een breed uitwaaierende driehoek. Stel je voor dat je ouders achter je staan, daarachter staan hun ouders, achter hen staan al 16 voorouders, en ga zo maar door naar 32, 64, 128, 256 enzovoorts. Het laat voor mij zien dat we ook als mensen allemaal met elkaar verbonden zijn en er in elk familieveld diversiteit aanwezig is. Oftewel, we hebben allemaal lgbtqia+ voorouders.

Het collectieve voorouderlijke veld
Al een aantal keer heb ik het begrip ‘collectieve voorouderlijke veld’ gebruikt en het wordt tijd te vertellen wat ik daarmee bedoel. Het bestaat en verbindt alle voorouderlijke geesten van de eerste mensen tot aan degenen die net zijn overleden. We hebben er allemaal een band mee eenvoudig weg omdat we mens zijn en uit onze voorouders voortkomen. Hoe krachtig die band is, of iemand zich er wel of niet bewust van is, kan natuurlijk verschillen. Voor mij is er geen bepaald beeld bij dit veld. Mogelijk omdat het de gehele tijdspanne beslaat van het menselijk bestaan onafhankelijk van hoe mensen er over denken. Het is overal ter wereld bekend en mensen benaderen het op hun eigen manier of volgens de leerrede van hun religie of traditie. Bij het laatste kan mogelijk wel een beeld horen. Eerder zijn plekken genoemd waar voorouders kunnen verblijven: waar ze ook zijn ze maken deel uit van het collectieve voorouderlijke veld.

Binnen het collectieve voorouderlijke veld zijn allerlei kleinere velden waar te nemen, zoals familievelden, religieuze velden, tijdsperioden enzovoort. Er zijn allerlei dwarsverbanden en voorouderlijke geesten kunnen tot meerdere deelvelden behoren. Collectieve trauma’s ontstaan door grote natuurrampen als aardbevingen of watersnood of door mensen veroorzaakt zoals oorlog, onderdrukking, vervolging of klimaatverandering blijven bestaan in het voorouderlijke veld. Hier zijn mogelijk deelvelden door ontstaan of kunnen erdoor ontstaan, zoals de eerdere genoemde groepen voorouders die zijn bevroren in de tijdspanne van een collectief trauma.

Als het goed is, is er een zekere uitwisseling tussen het collectieve veld en alle deelvelden hoe groot of hoe klein deze ook zijn. Is een deel van het collectieve veld verwond of ontregelt dan is dit van invloed op het gehele veld. Op hoe die invloed zich uit of hoe groot deze is, heb ik (nog)geen antwoord, ik weet alleen dat het zo is. Of het collectieve veld zich ervan bewust is, is ook iets om te gaan onderzoeken. Hoewel een deelveld teruggetrokken en op zichzelf gericht kan zijn, is er in principe wel verbinding en kan het deelveld putten uit bijvoorbeeld kracht en kennis van het grote veld.

Hoewel het collectieve veld een bron van veel goeds is, kan dit voor de kleinere velden anders zijn. Velden van religies kunnen net zo rigide zijn als gemeenschappen van levende volgelingen ervan. Elk voorouderlijk familieveld is anders en kan variëren van een bron van liefde en zorg tot beperkende destructieve familiepatronen die nadelig doorwerken voor levende familieleden. Vaak zijn beide aanwezig, want we maken als mensen allemaal het nodige mee in ons leven. Het goede kan echter schuilgaan onder een laag van bijvoorbeeld star denken of doorstaan leed.

In het collectieve voorouderlijke veld is onnoemlijk veel aanwezig. Alleen al natuurlijk heel veel voorouderlijke geesten en alles wat zij ooit waren en nu zijn. We kunnen ons met het veld verbinden en zo een beroep doen op wat het ons te bieden heeft en ontdekken wat wij de voorouders te bieden hebben. Als mensen richten we ons meestal op wat we als goed beschouwen, zoals liefde, wijsheid, steun en troost. Het aanwezige verdriet, gevoelens van schaamte, wanhoop, pijn en wat dies meer zij laten we vaker onbenoemd.

Zowel gezonde als ongezonde patronen kunnen worden doorgegeven binnen een familie vaak van generatie op generatie. Dit wordt wel transgenerationele overdracht genoemd, meestal met betrekking tot verstrikkingen. De draden van een familieweb kunnen op allerlei plekken in de knoop zijn geraakt. Collectieve trauma’s kunnen op grote schaal doorwerken voor een bevolkingsgroep, de bevolking van een land of zelfs verstrekkender zoals bij oorlogen waar meerdere landen bij betrokken kunnen zijn. Voor de overledenen blijft het doorstane leed bestaan en hierdoor kan het blijven doorwerken op de levenden. Wij, als levenden, kunnen voor onszelf patronen doorbreken en trauma genezen. We kunnen voorouders hiertoe uitnodigen, maar de beslissing is en blijft aan hen.

Opstellingenwerk kan verhelderende en bevrijdende inzichten geven voor alle betrokkenen, dus zowel voor mensen als voor voorouderlijke geesten. Het kan helpen tranen te laten stromen of helpen bij vinden van beweging. Het kan herstel van waardigheid en evenwicht en een gunstige invloed op het heden voortbrengen. Hierover later meer.

Lhbtqia+ voorouderlijk deelveld
We zijn als mensen afhankelijk van elkaar voor ons bestaan. Regelmatig hebben we hulp van andere nodig, omdat we dingen zelf niet kunnen. We hebben soms bondgenoten nodig om ons te ondersteunen en/of voor ons op te komen als individu en/of als groep. Dat geldt ook in het collectieve voorouderlijke veld. Een tot voor kort voor ons onbekend deelveld is een lhbtqia+ voorouderlijk veld. Het verzoek om hulp voor dit deelveld waar ik eerder over sprak, kwam van een middelaar. Een voorouderlijke geest van de seidr sibbe waar ik al heel lang mee samenwerk. Met seidr sibbe doel ik op voorouderlijke geesten die bij leven seidr en toverij hebben bedreven.

Frigga: Er zijn altijd een paar tellen nodig om me bewust te worden dat ik het niet zelf ben die spreekt. Het is altijd raden wie het deze keer is, want geesten en goden kondigen zich niet aan. Er is herkenning door wat ik voel, hoe mijn houding verandert en op wat voor manier dingen gezegd worden. Ik merk dat het Takkewijf is, zoals ik haar noem.

Ik hoor wat er gezegd wordt en ergens op de achtergrond gaat mijn eigen denken ook door. Er zijn indrukken en gevoelens die door me heen spelen. Voor het eerst dringt het tot mij door dat onder de voorouderlijke seidr sibbe veel zijn die zich nu onder de noemer lhbtqia+ zouden scharen.

De eerste periode van contact met dit deelveld en daarmee met lhbtqia+ voorouders en een enkele voorouderlijke bondgenoot was voor ons als bondgenoten en levende lhbtqia+ mensen een en al ontdekken. Voorouderlijke geesten lieten weten dat er nauwelijks nog uitwisseling was tussen het collectieve veld en het lhbtqia+ deelveld. Wat wij waarnamen was een sterk naar binnen gekeerd veld, wantrouwend naar de buitenwereld. Levenservaringen van lhbtqia+ voorouderlijke geesten en blijvende afwijzing en dergelijke vanuit het collectieve veld liggen hieraan ten grondslag: verstrikkingen op grote schaal. Dit deelveld kent de ontwrichtende gevolgen voor mensen van eeuwen van afwijzing, onderdrukking, moeten voegen ten koste van je diepste wezen, haat, beschimpingen, geweld, doodslag. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw sloegen HIV en AIDS toe en dat heeft toen vele levens heeft gekost en diepe wonden geslagen in lhbtqia+ gemeenschappen wereldwijd.

Het recht op zelfbeschikking is het recht om zelf beslissingen te nemen over lichaam en identiteit. Er is veel bereikt is door jarenlange inzet van lhbtqia+ mensen. Helaas verschillen lhbtqia+ rechten per land. Mensenrechten van lhbtqia+ mensen worden nog te vaak geschonden. We moeten alert blijven en ons ook als bondgenoten blijvend inzetten de rechten van te lhbtqia+ mensen te verbeteren; ook in Nederland!

Vanaf het eerste contact met het lhbtqia+ voorouderlijke veld zij we uitgegaan van samenwerking en goed ernaar te luisteren. Het lhbtqia+ voorouderlijke veld was in een soort sluimer toestand waar liefde, vertrouwen, kennis en wijsheid bedolven waren onder achterdocht en kommer en kwel. We ervoeren een sterk wantrouwen van lhbtqia+-voorouders jegens de levenden. In het prille begin dachten we nog ‘wij moeten het veld bepaalde dingen leren’. Al snel werd ons duidelijk gemaakt hoe aanmatigend het was zo te denken. Het veld weet zelf wat het nodig heeft. De bedoeling is dat het met wat hulp van buiten af zichzelf kan ontwikkelen naar eigen inzicht.

Bij collectieve trauma’s vraag ik altijd of er een paar vertegenwoordigers zijn van een deelveld of groep voorouderlijke geesten die naar ons kunnen en willen luisteren. Opvallend was dat in dit geval er slechts één voorouderlijke geest zich kenbaar maakte als woordvoerder tijdens het eerste ritueel dat we in Joeltijd 2023 uitvoerden. Dat zegt denk ik iets over het gebrek aan vertrouwen.

Nancy: Ik weet nooit wat ik kan verwachten als we een ritueel uitvoeren. Wie er komt, wat er komt, komt er niets of komt er wel wat. Hetzelfde gold voor het eerste lhbtqia+ ritueel. Er gebeurde een tijdje niets. Wel voelde ik dat er aandacht was van iets, maar dat wilde zichzelf nog niet openbaren. Dit is ook de eerste keer dat ik heb meegemaakt dat er geen behoefte was aan contact. Er bleken toch een paar te zijn die ervoor openstonden. Degene die als eerste door mij heen sprak, noemde zichzelf Magenta. Hen was heel voorzichtig en wantrouwend naar ons, naar wat wij zouden doen. Langzaam verminderde dat gevoel. De kracht van de aanwezigheid in mij werd sterker toen bij hen doordrong dat ik hen vrijheid gaf om te doen wat hen dacht dat goed was. In tegenstelling tot mijzelf houdt Magenta ervan om met hun handen te praten.

Toen we het tweede ritueel uitvoerde, was het verheugend te merken dat al meer lhbtqia+ voorouderlijke geesten aanwezig wilden zijn en zich uitspraken. Tijdens uitwisseling met hen maakten lhbtqia+ voorouderlijke geesten duidelijk niet te weten hoe een en ander aan te pakken. Daarvoor kunnen wij met onze ervaring met seidr en opstellingenwerk voorstellen voor doen. We kunnen hen een stem geven om te kunnen zeggen wat ze wellicht willen uitspreken, maar nooit de kans voor hebben gekregen. Wij kunnen tranen laten stromen.

Vooral met Nancy voer ik regelmatig gesprekken over lhbtqia+ voorouderlijke geesten en hun deelveld en vaak wordt er meegeluisterd en krijgen we een en ander door. Dat is niet altijd even duidelijk en kan voor ons een vertaalslag zijn. Soms kleunen we mis of gaan we te snel. Iets dat we al vaak herhaald hebben is ‘nee is een geldig antwoord!’ Waar wij ook mee komen, als het antwoord erop nee is vanuit het lhbtqia+ deelveld, dan is dat glashelder voor ons. Wat kan volgen, is vragen om uitleg. Of onze gedachten de verkeerde kant op gaan of we dingen vergeten bijvoorbeeld. Zoeken naar wat de bedoeling is, of hoe veiligheid te kunnen beiden.

Wat aandacht krijgt groeit. In plaats van de weggekwijnde en trieste aanblik die het gaf, was het lhbtqia+ deelveld na het eerste ritueel al aan het groeien en kreeg een eigen uitstraling. Naast ons voorstellen was het aanleggen(of uitbaggeren) van twee stromen door het veld de insteek van het ritueel. Een stroom loopt van het heden naar de bron en de andere daarvandaan naar het heden. Met de ene stroom kunnen verdriet, pijn enzovoorts wegstromen naar de bron en met de andere stromen vertrouwen, liefde en wat dies meer zij door het veld. Later werd ons uitgelegd dat door herstel van deze stromen beweging op gang is gekomen en daarmee een begin van herstel met uitwisseling met het collectieve voorouderlijke veld.

Michiel: Zoals ik het zie is een veld, zoals het voorouderlijke veld, een netwerk van gedeelde ervaringen, verhalen, herinneringen en beelden maar bijvoorbeeld ook gezamenlijke trauma’s. De in dit artikel beschreven zienswijze over en omgang met een veld werkt vooral in op hoe het veld aanwezig is binnen de gedeelde ervaring van de groep mensen waarmee we een dergelijk ritueel uitvoeren. Door oude verbindingen weer tot leven te wekken en nieuwe verbindingen aan te leggen geven we het lhbtqia+ veld een prominentere aanwezigheid in de gedeelde ervaring van deze groep. Omdat we als groep en als individuen niet los staan van de rest van de wereld straalt dit dan ook door naar de wereld buiten onze groep. Zo creëren we golven die uiteindelijk een breder effect hebben dan alleen op onszelf.

Zoals wij het waarnemen, veroorzaakt de beweging die in het lhbtqia+ deelveld is ontstaan een rimpeling door het gehele veld en zet daar ook iets in beweging. Dat is hoe het werkt, net als in onze mensenwereld. Doe je als mens of voorouderlijke geest van een gemarginaliseerde groep je mond open om je uit te spreken over het onrecht dat je wordt aangedaan, dan wordt dat je vaak niet in dank afgenomen. Integendeel, het roept verzet op en het wordt maar al te vaak afgedaan met dat je agressief bent. We merkten op dat er her en der weerstand en verzet in het collectieve voorouderlijke veld is jegens het lhbtqia+-deelveld van voorouderlijke geesten of groepen die bij leven lhbtqia+mensen al afwezen.

Er zijn manieren om het lhbtqia+-deelveld hier zoveel mogelijk tegen te beschermen. Het was bijzonder te ontdekken dat oude vrienden van mij onder de reuzen aanboden deze taak op zich te nemen. Ik noem hen de haagreuzen, omdat ze als een haag ergens om heen kunnen gaan staan ter bescherming. Ze houden ongewenst gedoe zo veel mogelijk buiten, maar laten alles door wat wel gewenst is. Een bijkomende reden hier is dat reuzen geen mensen zijn en daardoor veiliger voelt voor het deelveld. Er is ondertussen ook een groep voorouderlijke geesten die zich gemeld hebben als bondgenoot.

Helende rituelen
De Vlam voor Vrede is in het begin genoemd. Dit is een internationale heidense gebedskring die vrede en verbinding wil bevorderen. De gebeden en rituelen die worden uitgevoerd staan voor het overgrote deel ten dienste van de gemeenschap, de gemeenschap aarde. Hoewel wat hier volgt voor helende rituelen in het algemeen kan gelden, wordt uitleg hier benaderd vanuit ‘Bruggen bouwen, helende rituelen voor een lhbtqia+ voorouderlijk deelveld’.

Aan rituelen als deze doe je niet mee voor jezelf, maar om te dienen. Het kan hard werken zijn. Voor een handjevol mensen is het vaak zwaarder, maar als je met meer mensen samenwerkt, bijvoorbeeld met een groep van 20 of 30 mensen geldt: vele handen maken licht werk. Het blijft evengoed indringend. Hoewel het draait om degene of diegenen voor wie het ritueel wordt uitgevoerd hebben alle deelnemers er natuurlijk een beleving aan. Een evenwichtig en wel doordacht ritueel heeft iets te bieden aan alle deelnemers. Hoewel belangeloos, kan dienen de voldoening schenken iets voor een ander te doen.

Een ritueel kent over het algemeen verschillende rollen. Het is een optelsom van deze rollen en elk heeft zijn intrinsieke waarde. Sommige ervan vereisen meer dan andere, zoals bijvoorbeeld harder werken of meer vaardigheden. Er bij zijn, met je aandacht, zelfs als je helemaal niets waarneemt, is van toegevoegde waarde. Het helpt de benodigde kracht te vergroten en is daarmee ondersteunend.

Er zijn ook rollen voor geesten en goden. Zij kunnen hun medewerking verlenen op allerlei vlak. Naast hun helende krachten en inzichten bijvoorbeeld als filter, zodat gevoelens niet overweldigend worden. Voelen en uiten, waaronder huilen voor iemand anders is soms nodig. Bij rituelen waar ik hier over spreek, gaat het niet zozeer om de gevoelens van individuen, maar om de collectieve gevoelens van een veld, in dit geval het lhbtqia+ voorouderlijk veld. Het is de som, bijvoorbeeld de verzameling van alle eenzaamheid en verdriet van de voorouderlijke geesten in het veld. Dat allemaal tegelijk voelen zou veel te veel zijn en daarom is het verstandig geesten en goden te vragen de gang van zaken te bewaken samen met de ritueelbegeleiders.

Als we ons inzetten voor voorouders en/of mensen gaat het vaak over universele gevoelens en emoties, zoals een diep verlangen om ergens bij te horen, bij een groep, een gemeenschap, een familie, om gezien en gehoord te worden, om veilig te zijn. Er is dus vaak herkenning bij alle deelnemers. Het kan een spiegel voor je zijn, het kan iets teweegbrengen. Als je je hiervan bewust bent, kun je onderscheiden of het om herkenning gaat, of het iets in je losmaakt en/of dat het alleen de gevoelens van anderen zijn die je ervaart. En dus kan het ook los van jou staan.

Michiel: Een voor mij belangrijk onderdeel van de helende rituelen die we uitvoeren is het uitspreken van onze wensen voor de wereld, voor de samenleving en voor de natuur. Een voor een spreken we zo’n wens uit. Het hardop zeggen of horen zeggen geeft richting aan gevoelens die anders vaak als een gevoel van onmacht onuitgesproken blijft. Omdat de wens dan als een negatieve emotie aanwezig is, beperkt en belemmert deze mijn denken. Het uitspreken ervan in een positieve context bevrijdt mij voor een deel van de gevoelens van onmacht en geeft ruimte om verder te gaan. Dit is voor mij een essentieel aspect van de helende kracht van deze rituelen.

Het verloop van een helend ritueel is te omschrijven als een golf waar we op rijden. De golf stijgt op tot een hoogste punt en rolt daarna weer naar beneden, rolt uit en komt tot rust. Als het goed is, voelt je afronding tegen het eind van een ritueel. Ik kies als afsluiting er vaak voor om mijn zielenzang Gibu Auja te zingen en daarmee in dit geval het lhbtqia+ voorouderlijk deelveld en iedereen met we het ritueel samen beleeft hebben goed geluk toe te wensen. De zang en beweging geven kans om uiting te geven aan allerlei gevoelens die je tijdens het ritueel ervaren hebt. Het heeft ook een grondende werking.

Het is prettig om even na te praten, echter het is raadzaam om niet meteen tot in detail te gaan uitwisselen wat er is gebeurd. Probeer je beleving zonder je ratio er tussen te laten komen op je in te laten werken, los van verwachtingen. Mocht het zo zijn, dat het iets in je geraakt heeft wat wel meteen aandacht nodig heeft, twijfel dan niet aan jezelf. Vaak is het voldoende om bijvoorbeeld even met een vriend te praten. Het is belangrijk te weten dat er mensen zijn aangewezen in de rol van waarnemer en vertrouwenspersoon waar je bij terecht kan. Meteen, een uur of een paar dagen later.

Opstellingwerk
Een altijd weer bijzondere en indrukwekkende methode voor een helend ritueel is opstellingwerk. Voor deze manier van werken is gekozen voor onze rituelen voor het voorouderlijke lhbtqia+ deelveld. Vanaf de allereerste keer dat ik, vele jaren geleden, over familie-opstellingen hoorde van Daan van Kampenhout was ik er door geboeid. Korte tijd later nam ik deel aan seminar bij hem en daarna zijn we er zelf mee aan de slag gegaan. Het is een werkwijze die zoveel te bieden heeft voor veel meer dan alleen de familie-opstellingen waar het waarschijnlijk het meest door bekend is. Doorgaans wordt het met een groep mensen uitgevoerd, maar het kan ook alleen met bijvoorbeeld kiezelstenen.

Het blijft in dit schrijven bij een korte schets om een indruk te geven waar het bij opstellingwerk over gaat. Het wordt als eerste beschreven vanuit familie-opstellingen. We hebben als mens waarschijnlijk allemaal behoefte om ergens bij te horen, om gezien en gehoord te worden, om onszelf te kunnen zijn. Er is behoefte aan veiligheid, sociale regels en orde. Zoals hiervoor gezegd nemen overledenen hun ervaringen mee. Zoals eerder gezegd worden beperkende en schadelijk familiepatronen nogal eens van generatie op generatie doorgeven, denk bijvoorbeeld aan verslaving en misbruik. Een traumatische ervaring, zoals bijvoorbeeld het verlies van een kind, kan grote gevolgen hebben voor een gezin. Al deze zaken worden wel aangeduid met verstrikking. Een (familie-)opstelling kan beweging terugbrengen waar het in de knoop is geraakt en is verstard. Beweging die kan leiden tot herstel van waardigheid en evenwicht, rust en/of afronding kan brengen. Waarheid brengt rust ook al is het droevig en pijnlijk.

Een familie-opstelling kent vier rollen, te weten, een facilitator, vraagsteller(s), representanten en alle andere deelnemers. Worden er meerder opstellingen achter elkaar uitgevoerd dan kan het zijn dat je afwisselend vraagsteller, representant of deelnemer bent. De rol van facilitator kan wisselen mits er meer mensen zijn met ervaring om deze rol op zich te nemen. Het woord toeschouwer is hier niet op zijn plaats want je bent meer dan dat. Dit geldt ook bij andere groepsrituelen, zoals al eerder is gezegd. Alle mensen in de kring rond de opstelling hebben een ondersteunende rol. Zij kijken met aandacht naar wat er gebeurd en leven meestal mee. Opstellingen gaan over gevoelens en emoties en er is altijd wel herkenning in het klein of in het groot en daardoor kan het helend werken en inzichten verschaffen voor iedereen die erbij is.

De facilitator bepaalt wie of wat er wordt opgesteld. De vraagsteller bepaalt hoe de opstelling eruit gaat zien. Mensen representeren andere mensen, voorouders, runen enzovoorts. De opstelling begint met de vraagsteller representanten een voor een in de ruimte te laten plaatsten. Dit geeft al een beeld, want hoe staan bijvoorbeeld de familieleden ten opzichte van elkaar. Kijken ze elkaar aan of keren ze elkaar de rug toe, staan ze dicht bij elkaar of juist ver van elkaar verwijderd.

Wanneer representanten staan opgesteld, beginnen ze meestal iets te ervaren. Hun houding kan veranderen en er kunnen gevoelens en gedachten worden waargenomen. Het is als facilitator leren zien waar er mogelijk een opening is in plaats van puur op het probleem te richten. Vertrouwen op de eigen intuïtie en deze te volgen. Middels vragen aan de representanten worden dingen duidelijk en ontstaat beweging wat hopelijk leidt tot ontwarring van verstrikkingen en genezing.

Er kan voor allerlei vormen van opstellingen besloten worden al naar gelang het onderwerp. Tot nu toe hebben voor rituelen voor het voorouderlijke lhbtqia+ deelveld gekozen voor een vaste opstelling op een eettafel. Omdat we met een klein aantal mensen zijn, hebben we de hulp ingeroepen van kiezelstenen. De opstelling met de kiezelstenen is een ankerpunt en het geeft ons de kans om van rol te wisselen. Soms spreken we als onszelf dan weer zijn we een stem voor een van de lhbtqia+ voorouderlijke geesten, -bondgenoten of andere geesten die aanwezig zijn, aangeroepen of uit eigener beweging.

De opstelling is een lijn van de bron naar het hier en nu. Als eerste staat een schaal met water, de bron voorstellend, op gesteld. Op een smalle plank van ongeveer een meter lang liggen kiezelstenen op een rij en als laatste een blokje hout van10x5x5 cm beschilderd met alle kleuren van de regenboog waarop rondom voorouderlijke geesten zijn afgebeeld. Om het geheel heen ligt een vredeskoord en een lhbtqia+ koord. Representanten zitten aan weerszijde van de tafel en aan het hoofdeinde twee mensen die zowel zichzelf zijn als lhbtqia+ mensen representeren.

Het tweede ritueel dat we uitvoerden stond vooral in het kennismaken met elkaar. Er waren mensen bij met wie Nancy, Michiel en ik nog niet of nauwelijks hadden samengewerkt. Het leek ons een goed plan ons aan elkaar voor te stellen en zo ook aan de voorouderlijke en andere geesten die aanwezig waren. We hebben iets over onszelf verteld en over waarom we aan deze rituelen willen meedoen. Daarna hebben we lhbtqia+ voorouderlijke geesten alle kans gegeven om zich door ons heen te laten uitspreken.

Frigga: Wat me het sterkst is bijgebleven van het tweede ritueel is de opmerking, zoals ik me die herinner: “Al zo vaak hebben mensen toegezegd ons te gaan helpen, maar dat bleef bij een keer of twee keer en dan verdwenen ze weer.” Wat binnen kwam was het gevoel er achter, meer nog dan de woorden: verlatenheid. Dat heeft mij doen besluiten om met alle rituelen die we uitvoeren lhbtqia+ voorouders met name uit te nodigen. We kunnen maar een aantal keer per jaar een helend ritueel voor hen uitvoeren, maar op deze manier kunnen we laten zien dat het ons om een blijvende verbinding te doen is.
Des te ontroerender was kort daarna een moment in een ritueel waarin Helheim en de voorouders centraal stonden tijdens de Ostara 2024 bijeenkomst van Eldaring in Duitsland. Nancy liet tranen van de voorouders stromen. Ineens voelde ik een aanwezigheid die door me heen sprak, waarvan ik dacht dat deze voor mij onbekend was. Door wat gezegd werd, begreep ik dat het Magenta was die troost bood. Ze keek Nancy aan en zei: “Jullie zijn er voor ons, dus nu zijn wij er voor jullie.”

Nancy: Ik was super verbaast dat er ineens door Frigga tegen mij werd gesproken. Dat was heel bijzonder, want die wisselwerking had ik nog nooit meegemaakt. Dat een voorouderlijke geest die door mij heen heeft gesproken via iemand anders tegen mij praat.

Wordt vervolgd…

Bronnen
Kampenhout, Daan van – In de geest van het sjamanisme – Bres BV, Amsterdam 1999
Kampenhout, Daan van – Beelden van de ziel –Altamira–Becht, Haarlem 2001
Otten, Marcel (vertaler) – Edda, De Liederen uit de Codex Regius en verwante manuscripten – Uitgeverij Ambo, Baarn, 1994, 1998